In theorie is het simpel. De Tweede Kamer verdeelt de zetels, de zetels zijn de stemmen van het volk, en de wil van het volk zou zich dus moeten vertalen in een stabiele, brede coalitie.
Noem het boerenverstand, noem het naïef, maar volgens dat boerenverstand is een brede coalitie in Nederland – denk aan D66, PVV, VVD en GroenLinks-PvdA samen – niet een exotische fantasie, maar de meest logische uitkomst van een democratisch systeem.

In de praktijk gebeurt er iets anders. In Den Haag worden verkiezingsuitslagen eerst vroom beleden als “de duidelijke stem van de kiezer” – om vervolgens in de formatie keurig gefileerd, gezeefd en gewassen te worden totdat er een politiek verteerbare, maar democratisch uiterst smalle coalitie overblijft.
Het resultaat: een land dat zegt voor evenredige vertegenwoordiging te zijn, maar coalities vormt alsof we een verkapte meerderheidsdemocratie zijn.

Allemaal voor ‘het land’ – maar niet met elkaar

Hypotheekrente afbouwen
Hypotheekrente afbouwen

Laten we even uitzoomen. Vrijwel elke partij claimt plechtig te werken in het algemeen belang van Nederland.
D66 profileert zich als de partij van vooruitgang en “het kan wél”.
GroenLinks-PvdA benadrukt samenwerking, hoop en solidariteit.
De PVV presenteert zich als de partij die “Nederlanders op 1” zet.
En de VVD wil al decennia lang “het land laten werken” met liberale recepten.

Allemaal zeggen ze dus hetzelfde: wij zijn er voor Nederland. Voor de democratie. Voor “volk en vaderland”.
Tijdens campagnes buitelen de grote woorden over elkaar heen: verbinding, weerbaarheid, duurzaamheid, gelijke kansen, zorgzaamheid, veiligheid.
Maar zodra de stemmen geteld zijn en de stoelen in de Tweede Kamer officieel zijn verdeeld, blijken al die mooie woorden vooral voorwaardelijk.

Verbinding? Ja, maar niet met die.
Verantwoordelijkheid? Zeker, maar alleen als de ander eerst buigt.
Landsbelang? Absoluut, zolang het maar niet schuurt met de eigen achterban.

De ongemakkelijke rekensom: 94 zetels boerenlogica

Als we even alle Haagse gevoeligheden parkeren en gewoon naar de cijfertjes kijken, dan ontstaat er iets fascinerends. Een coalitie van D66, PVV, VVD en GroenLinks-PvdA tikt grofweg 94 zetels aan: een royale meerderheid.
Een kabinet dat door zo’n brede combinatie wordt gedragen, zou op papier het meest directe product zijn van de democratische wil van het volk.

Rob Jetten
Rob Jetten

Dat is geen staatsrechtelijke fantasie. De Grondwet verbiedt zo’n coalitie niet. Geen enkele kieswet zegt: “Deze partijen mogen niet samen regeren.”
Het enige wat in de weg staat, is politieke smaak, partijbelang en de ijdelheid die rondwaart in de wandelgangen van het Binnenhof.

Natuurlijk, de verschillen zijn enorm. PVV en D66 liggen mijlenver uit elkaar op rechtsstaat, migratie en Europa.
GroenLinks-PvdA en PVV zijn ideologische tegenpolen op vrijwel elk sociaal en moreel thema.
En de VVD balanceert ergens daartussen met de elegantie van iemand die tegelijk wil dansen met de markt én met het middenkiezersgevoel.

Maar dat is nu precies de kern van het punt: als alle partijen zo overtuigd zijn dat zíj handelen in het landsbelang, waarom is samen verantwoordelijkheid dragen dan taboe? Waarom is een brede coalitie volgens Den Haag “onrealistisch”, terwijl ze volgens de rekenmachine en volgens het boerenverstand juist het meest logisch is?

Satire of stresstest voor de democratie?

Stel je het eens voor, puur als gedachte-experiment: een kabinet met D66 op Onderwijs en Klimaat, PVV op Asiel en Veiligheid, VVD op Financiën en Economie en GroenLinks-PvdA op Sociale Zaken en Zorg.
Geen blokkades vooraf, maar een harde afspraak: iedereen krijgt zijn zwaartepunt, en iedereen moet daarna aan de gezamenlijke tafels de eigen grote woorden waarmaken.

Zouden we dan chaos krijgen? Ongetwijfeld.
Zouden er felle ruzies zijn in de ministerraad? Absoluut.
Zouden de tegenstellingen zichtbaar worden? Ja, en eindelijk óók voor de camera’s, in plaats van weggestopt in partijzaaltjes en achterkamertjes.

Maar we zouden ook iets anders krijgen: een radicale stresstest van onze eigen democratische retoriek.
Want als je als partij werkelijk gelooft dat jouw ideeën de beste zijn voor heel Nederland, dan is er geen betere proef op de som dan regeren in een kabinet waarin jouw tegenpolen óók aan tafel zitten.

En als dat onbespreekbaar is, is de conclusie dan niet dat “het landsbelang” vaak gewoon een chique verpakking is voor “ons belang, mits wij de grootste vinger in de pap houden”?

De ware blokkade: politieke cultuur, geen kiezers

De reflex om brede coalities direct weg te zetten als “onrealistisch” zegt misschien wel meer over onze politieke cultuur dan over de kiezer of het systeem.
In een Kamer die steeds verder versplinterd raakt, kiezen partijen er bewust voor om zichzelf te onderscheiden door de ander uit te sluiten – en daarmee wordt de ruimte voor échte samenwerking steeds kleiner.

De ironie is pijnlijk: terwijl partijen en commentatoren waarschuwen voor “politieke versplintering” en “moeilijke meerderheden”, ligt de oplossing – een brede coalitie Nederland – gewoon in de zetelverdeling besloten.
Alleen durft niemand het hardop te verdedigen, want het zou vragen om iets waar Den Haag ernstig allergisch voor is: het écht relativeren van het eigen gelijk.

Wil je meer achtergrond over hoe fracties werken en hoe samenwerking in de praktijk vorm krijgt, dan geeft de site van de Tweede Kamer een formeel overzicht.
Voor partijstandpunten kun je natuurlijk terecht bij de eigen websites van
D66,
PVV en
GroenLinks-PvdA.

Boerenverstand als coalitieleider

Uiteindelijk komt het neer op een simpele vraag: wat bedoelen we eigenlijk wanneer we praten over “de wil van het volk”?
Als dat niet meer is dan een rhetorisch stokpaardje om in campagnes op te rijden en na de verkiezingen weer in de stal te zetten, dan moeten we dat gewoon eerlijk zeggen.

Maar als we menen dat de zetelverdeling de stem van Nederland weerspiegelt, dan is een brede coalitie Nederland – met alle spanning, wrijving en botsende wereldbeelden van dien – geen gevaar, maar een eerlijk experiment. Een keer de moed hebben om de rekenmachine en het boerenverstand het laatste woord te geven, in plaats van de partijtactiek.

Laat ze het maar eens doen.
Laat alle partijen die beweren in het landsbelang te handelen, samen aan dat land bouwen.
En dan zien we vanzelf wie hun grote woorden kunnen waarmaken – en wie alleen kampioen campagnetaal is.


Veelgestelde vragen over een brede coalitie in Nederland

1. Is een brede coalitie van D66, PVV, VVD en GroenLinks-PvdA staatsrechtelijk mogelijk?

Ja. Staatsrechtelijk is er geen verbod op welke partijen samen een coalitie mogen vormen.
Zolang er een meerderheid in de Tweede Kamer is en een kabinet het vertrouwen van die meerderheid behoudt, is de combinatie formeel mogelijk. Dat het politiek als “onrealistisch” wordt gezien, is een kwestie van cultuur en strategie, niet van wetgeving.

2. Waarom gebeurt zo’n brede coalitie in Nederland dan nooit?

Omdat ideologische tegenstellingen, partijbelang en onderling wantrouwen zwaarder wegen dan de logica van de rekenmachine.
Partijen hebben liever een kleinere coalitie met gelijkgestemden dan een brede coalitie waarin zij voortdurend moeten knokken met hun tegenpolen – ook al zou die brede coalitie dichter bij de totale wil van de kiezer liggen.

3. Zou een brede coalitie niet juist extreem instabiel zijn?

Dat is goed mogelijk. Maar instabiliteit is geen exclusief risico van brede coalities; ook smalle coalities vallen regelmatig.
Je kunt het zien als een stresstest: als partijen werkelijk vinden dat hun ideeën het beste zijn voor het hele land, dan is regeren met politieke tegenpolen de ultieme proef op de som.

4. Gaat een brede coalitie de kiezer niet in verwarring brengen?

De kiezer is nu al gewend aan coalitiecompromissen. Dat partijen in een kabinet water bij de wijn doen, is geen nieuws.
Een brede coalitie zou dat misschien zichtbaarder maken – en eerlijker, omdat de hele breedte van het politieke spectrum dan aan tafel zit in plaats van een zorgvuldig geselecteerd clubje dat elkaar net genoeg kan verdragen.

5. Is dit pleidooi een steunbetuiging aan één specifieke partij?

Nee. Dit is geen campagne voor een partij, maar een kritiek op hoe wij in Nederland met coalitievorming omgaan.
Het gaat om de vraag of we de term “wil van het volk” serieus nemen – of alleen gebruiken wanneer het ons toevallig politiek goed uitkomt.